Bierbrouwerij De Swaen

Uit WaalwijkWiki
Versie door Inekevandenhoudt (Overleg | bijdragen) op 12 mrt 2013 om 23:34

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Voor zover is na te gaan, was bierbrouwerij De Swaen twee eeuwen onafgebroken in het bezit van de familie Van Heijst. De eerste Van Heijst van wie met zekerheid gezegd kan worden dat hij eigenaar was van De Swaen, was Leonardus (1638-1713). Diens vader Gosuinus was in 1636, het jaar waarin hij trouwde, ook al brouwer. Of hij toen ook brouwde in De Swaen is wel aannemelijk, maar niet meer te achterhalen. Leonardus leerde het vak weer aan zijn zoon Gosuinus (1688-1738), die naar zijn grootvader genoemd was. Omdat deze Gosuinus kwam te overlijden voor zijn zoon de brouwerij over kon nemen, had zijn vrouw, Aldegonda Hulshout, geruime tijd de leiding in handen. Toen echter hun zoon Adrianus (1725-1804) oud genoeg was, zette hij de brouwtraditie weer voort. Jammer genoeg weten we vrijwel niets over de brouwerij en haar eigenaren. Gosuinus en Adrianus worden enkele keren genoemd als pachter van de impost op bieren, wijnen en brandewijnen, maar dat is dan ook alles. Opvallend is dat ze slechts een enkele keer via de rechter betaling van achterstallige schulden van herbergiers opeisten. Daarmee stonden ze in schril contrast tot de andere brouwers, die veelvuldig via die ongemakkelijke weg aan hun geld moesten komen. Slechts een enkele keer komt de brouwerij in deze archivalia voor. Aldegunda Hulshout had in 1751 een schuld van 160 gulden aan Willem Rijke uit Dussen, in het land van Heusden en Altena. Zij had van hem gerst gekocht en deze blijkbaar niet op tijd betaald.

In 1826 was brouwer J.H. van Heijst in De Swaen het niet eens met de plannen van H. Verlegh om naast zijn brouwerij een looierij te bouwen. Hij zette in een brief aan de heren burgemeesters en leden van het gemeentebestuur van Waalwijk precies uiteen waarom een dergelijk bedrijf naast het zijne voor hem onaanvaardbaar was.

Iemand die jaarlijks meer dan 25 gulden census (vermogensbelasting) moest betalen, had stemrecht, wie meer dan 74 gulden betaalde kon gekozen worden. Voor Waalwijk zijn deze lijsten bewaard gebleven van 1826 tot 1848.

In 1843 stonden er 23 ingezetenen die meer dan 74 gulden betaalden op de censuslijst. De vier brouwers zaten allen ruim boven dit bedrag. De weduwe P. van Heijst betaalde in die jaren bedragen die varieerden van f 34,50 tot f 82, 67.

Aan de periode van voorspoed kwam rond 1845 abrupt een einde. Heel het maatschappelijk leven werd ontwricht door de aardappelziekte (de aardappel was volksvoedsel nummer één in die tijd). Toen de aardappel wegviel, werden granen weer het belangrijkste voedingsmiddel. De prijzen stegen en bier werd hierdoor een onbetaalbaar product.

In 1853 sloot brouwerij De Swaen haar deuren. Joseph van Heijst, die samen met zijn ongehuwde oom in de brouwerij werkte, overleed in dat jaar op 24 mei. Kennelijk waren er geen opvolgers om de brouwerij voort te zetten, waardoor er dus een einde kwam aan twee eeuwen brouwtraditie van de familie Van Heijst. De brouwerij werd later verbouwd tot looierij.

Appendix

Bronnen

De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming van de auteur Ton de Groot overgenomen uit: 'Van De Swaen tot De Witte Klok, Bierbrouwgeschiedenis van Waalwijk', De Klopkei, 11e jaargang, 3e kwartaal 1987.

Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen